Levende bodem
Boerderijcompost: leven komt alleen voort uit leven
Onze koeien grazen een hele zomer lang gras en kruiden van al onze percelen weiland bij elkaar. Hun strorijke stalmest die ze de hele winter verzamelen in de potstal vormt de basis van onze compost, samen met oogstresten van al onze groenten, grasmaaisel, spruitenstokken, afgeoogste paprika-, bonen- en tomatenplanten, hakselhout van de omringde houtkanten, en een vleugje kippenmest.
De compost is dus de draaischijf van ons bedrijf waar allerlei ‘afvalstromen’ of voedingsbronnen samenkomen.
Na het mengen van de hoop voegen we er nog een kruidig toetje van biodynamische preparaten aan toe, die het hele verteringsproces in goede banen leiden, de levensprocessen in de bodem versterken, en de opname en afgifte van mineralen tussen bodem en plant beter reguleren. De hoop wordt afgedekt tegen teveel regen; het echte werk kan nu beginnen. Door massale microbiële afbraakactiviteit komt de composthoop stomend, bijna koortsig tot leven. Na de eerste dampende dagen komt alles uiterlijk wat meer tot rust, maar dan start een intense samenwerking van schimmels, bacteriën, springstaartjes, regenwormen die met vereende krachten heel die gigantische hoop verder afbreken, en transformeren tot stabieler materiaal dat erg op een geurige bosgrond begint te lijken. Zo blijft ze de hele herfst en winter liggen sudderen, als een lange levende rups. In het voorjaar spreiden we deze kostbare compost over het land, en werken haar oppervlakkig in.
Met deze compost bouwen we humus op in onze bodem, een werk van lange adem. Zo voeden en ontwikkelen we jaar na jaar ons bodemecosysteem, en brengen we onze bodem tot leven. Doorheen de jaren merken we dat de grond begint te veren onder onze voeten, ze kan het water beter vasthouden, en de voedingsreserve neemt toe. De gewassen die in haar wortelen werken samen met het bodemleven en maken op eigen tempo alle voedingsstoffen vrij die ze nodig hebben. Zo groeien ze gestaag uit tot een sterk en weerbaar gewas met een rijk smakenpallet: gezonde voeding voor onze klanten!
Grasklaver: de motor van de biolandbouw
Grasklaver telen we eens in de zes jaar, telkens 2 jaar lang. En hoewel je je er niets kan bij voorstellen in je groentepakket wordt grasklaver ook wel eens de motor van de biologische landbouw genoemd. Het heeft allemaal met de bodem en met voedingsstoffen te maken. Grasklaver is niet één gewas maar een mengeling van verschillende soorten gras en klaver. Beide bouwen organische stof op onder invloed van zonlicht, doen het fantastisch qua beworteling en zorgen zo dat vruchtbare humus wordt opgebouwd en dat de grond luchtig en kruimelig blijft.
En wat die klaver nu zo geliefd maakt in de biolandbouw is de capaciteit om stikstof uit de lucht te halen en die vast te leggen in de bodem. Daar waar de kunstmestfabriek stikstof uit de lucht haalt door middel van fossiele brandstof, daar doet de klaver het zomaar vanzelf, door samen te werken met rhizobium bacteriën die in een gezonde bodem aanwezig zijn. De klaver biedt met zijn wortelknobbeltjes behuizing en voeding aan de bacteriën, die dan op hun beurt stikstof uit de lucht fixeren voor de planten. Trek maar eens een klaverplant uit de grond, dan zie je kleine knobbeltjes aan de wortels. waar de bacteriën in leven. Die stikstof is een belangrijke voedingsbron voor de groenten die na de grasklaver geteeld worden.
In onze vruchtwisseling ligt 1/3 van ons akkerland twee jaar lang onder grasklaver (dan kan de klaver ideaal ontwikkelen); zo krijgt de bodem 2 jaar rust en voeding na 4 jaar intensieve groententeelt.
Bodembedekking en niet kerende bodembewerking
Onbedekte bodems drogen vlugger uit; direct zonlicht breekt humus vlugger af. Door het klepelmaaien van oogstresten leggen we een laagje mulch op de bodem, dat het bodemleven voedt en de bodem beschermt. In de serre leggen we hooi tussen de tomaten en de paprika’s, zo blijft in de warme zomermaanden het klimaat in de bodem stabieler en minder extreem.
Tussen de teelten door zaaien we ook groenbemesters die de voedingsstoffen in de bodem vasthouden, en de bodem bedekken. In de winter zaaien we een mengeling van rogge, japanse haver, ….. Door in de zomer phacelia en boekweit te zaaien, voeden we ook onze bijtjes.
Kerende bodembewerking zoals ploegen en frezen verstoort de samenhang in de bodem: onder de zuurstofrijke bovenlaag mag je eigenlijk zo weinig mogelijk beroering teweegbrengen. Een hele uitdaging om op een goede manier onze groenbemester en de compost in te werken en het zaailand goed klaargelegd te krijgen! We werken de groenbemesters los door te eggen, waarna ze samen met de compost heel oppervlakkig worden in gefreesd.