Zonnekouter opinie op Terzake reportage
De visie van De Zonnekouter op de reportage van Terzake
We kregen na de reportage van Terzake veel verontwaardigde reacties en ook heel veel ondersteuning, ik wil dan ook graag onze visie hierover met jullie delen, om het verhaal toch ook een positieve wending te kunnen geven.
Over de reportage van Terzake ‘Is biovoeding (on)gezond?’
Ik heb mij als bioboerin van de Zonnekouter geëngageerd om samen met Bioforum mee te doen aan een reportage van Terzake omtrent het onderzoek naar zware metalen en PCB bij adolescenten . Met niet zo opbeurende resultaten voor de biosector: bleek dat van een aantal polluenten meer residuen in bloed en urine terug te vinden zijn bij jongeren die regelmatig bio-eieren en -zuivel eb -noten consumeerden, vergeleken met niet- bio eters.
Bedoeling van Terzake was (zo was mij verzekerd) om biolandbouw zeker niet in een slecht daglicht te zetten, maar dit onderzoek te plaatsen in het grote plaatje van biolandbouw, en te kijken hoe wij daarmee omgaan op De Zonnekouter. Onder deze voorwaarde zagen we het wel zitten om het op de Zonnekouter te laten doorgaan.
Het resultaat dat we maandag op Terzake te zien kregen was iets helemaal anders: de Zonnekouter werd als fotoshoot gebruikt, ons inhoudelijk verhaal werd grotendeels weggeknipt, Lieve (Bioforum) haar uitleg ingekort waardoor er ook inhoudelijk weinig overbleef, en professor Van Larebeke mocht wel uitgebreid zijn zeg doen over zijn onderzoek, en daarnaast langs zijn neus weg opmerken dat het ook om fraude kan gaan in bio.
We zijn hierover verbolgen en teleurgesteld; we hebben dit ook laten weten aan de VRTnieuwsdienst; via deze brief wil ik met jullie delen hoe we hier als Zonnekouter naar kijken.
Ondertussen verscheen ook een opiniestuk hierover van Marjolein Visser, prof agroecologie in Leuven, in De Standaard (17/7), waarin ze grote vragen heeft over de wetenschappelijke correctheid van de (nog niet gepubliceerde) studie wegens het gebruik van onjuiste methodieken en trekken van verkeerd onderbouwde conclusies. De reportage in Ter Zake hierover vindt ze dan ook niet kunnen.
De Standaard citeert verder in een reactie twee grote overzichtsstudies die een ander verhaal brengen: in sommige gevallen boeken bio-eters duidelijke gezondheidswinst, soms is er geen verschil. Beide bevatten bv vrijwel evenveel vitaminen, en in zowel bio- als conventioneel voedsel zijn giftige residuen en metalen te vinden. Maar wie bio eet, krijgt wel beduidend minder pesticiden binnen – wat logisch is, want het gebruik ervan in de biolandbouw is sterk beperkt. Wanneer kinderen of volwassenen overschakelen op biovoeding, bevat de urine zelfs tot 90 procent minder pesticiden. Bioboeren hebben iets beter sperma, vrouwen die minder pesticiden binnenkrijgen, worden makkelijker zwanger. Jonge kinderen die bio eten, hebben minder oorontstekingen. Biozuivel gaat samen met een lager risico op eczeem bij jonge kinderen….
Verschillende buitenlandse studies tonen de meerwaarde van biovoeding aan op vlak van meer weerstandsbevorderende stoffen als bvb antioxidanten. Dit lijkt ook logisch: een plant geworteld in een levende bodem kan immers een veel grotere diversiteit aan stoffen opnemen, waardoor ze mineralenrijker zijn en ook veel meer stoffen kunnen aanmaken die ten goede komen aan de weerstand van plant, dier en mens.
Probleem opgelost zou ik zeggen, maar zo gemakkelijk mogen we er ons niet van afmaken.
We moeten ons bewust blijven van de trieste realiteit: ons dichtbevolkte landje heeft een zwaar industrieel (landbouw)verleden dat haar sporen heeft nagelaten, met veel giftige stoffen die ook niet zo gauw afbreken. Die verontreiniging zit overal: in lucht, drink(?) water en bodem en dus ook in onze voeding. Daarbovenop komt nog elke dag een industrieel (landbouw)heden, waarbij het aantal nieuwe chemische stoffen die in ons milieu terechtkomen nauwelijks bij te houden is. Veelal minder persistent, in lagere gehaltes (want beter gedoseerd) maar niettemin een stevige cocktail waar niemand van weet waar dit toe leiden zal: de historische verontreiniging van de bodems van de toekomst, waar onze kleinkinderen van moeten eten.
Biolandbouw biedt daar een antwoord op: het
is een herstellende landbouw die werkt aan het levend maken van de bodem en het
uitbouwen van een gezond landbouwecosysteem, waar gewassen weerbaar opgroeien
en geen nood hebben aan kunstmest of bestrijdingsmiddelen. Door te kiezen voor biolandbouw kunnen we dus eindelijk stoppen met ons milieu te vergiftigen, zo
simpel kan het zijn.
Maar biolandbouw is ook
grondgebonden, en kan dus meer in contact komen met alles wat in de bodem aanwezig
is, zo kunnen bepaalde polluenten misschien ook meer in de voeding belanden.
Tal van studies wijzen
echter uit dat organische stof in de bodem zich met behulp van haar levend
microbioom kan binden aan zware metalen (zoals cadmium), waardoor hun
beschikbaarheid voor opname door de gewassen afneemt. De natuur in al haar
wijsheid zorgt hier voor een oplossing, als we dit leren zien en erkennen en er
de goede omstandigheden voor creëren. Biolandbouw
doet dit, door het gebruik van compost, groenbemesters en rustgewassen werkt ze
aan de opbouw van organische stof (koolstof) in de bodem, en aan een levend
bodemecosysteem, en dus ook aan de fixatie van ongewenste elementen.
Dit is echter werk van lange adem, en vraagt voldoende grond. Onze jonge biobedrijven zijn dikwijls erg klein en intensief, omdat ze geen toegang krijgen tot betaalbare landbouwgronden. Waardoor ze ook onvoldoende kunnen werken aan de opbouw van die broodnodige organische bodem.
De oplossing voor het probleem zou dus eerder kunnen klinken: ‘zorg voor voldoende grond voor een herstellende landbouw’, in plaats van ‘eet geen bio meer’.
Ik vind het schrijnend dat
we als biolandbouw het nieuws moeten halen door een negatief onderzoek en voor
de rest vrijwel nooit in beeld komen. De
realiteit dat agroecologische/biolandbouw de enige landbouwvorm is die op deze aarde écht
een toekomst heeft (en de aarde er ook een geeft!) krijgen maar weinig
wetenschappers, politiekers of journalisten over hun lippen. Na al die jaren
worden we nog altijd niet in onze waarde gezien of echt serieus genomen. We
blijven dan ook maar horen dat daar geen wetenschappelijk bewijs voor is, en
dat het niet realistisch is. Zonder dat er verder moeite voor gedaan wordt om
dit uit te zoeken.
Maar blijven geloven dat
de chemische industrie het wel zal oplossen, en alle onderzoek en financies in
die richting sturen, dat is pas gevaarlijk, onwetenschappelijk en onverantwoord!
Als er iets is dat we uit dit programma wel kunnen onthouden, is
het dat er veel meer onderzoek nodig is, breder en beter, over
gangbare en biovoeding in al haar aspecten, over polluenten in beide, over
mogelijkheden tot bodemherstel, over heilzame effecten van organisch materiaal
en bodemmicrobioom. Voldoende financies hiervoor vrijmaken, de wil om het te
doen, los van de lobby’s van de voedingsindustrie, is een maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Ook bioboeren helpen om voldoende grond
ter beschikking te krijgen om bodemherstel mogelijk te maken is een politieke,
gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Als bioboer moeten we op
alle manieren blijven werken aan ons koolstofverhaal, aan het herstel van ons
bodemecosysteem, en zo gezonde voeding telen in balans met onze natuurlijke
omgeving.. En als consument kunnen we blijven kiezen voor bio, omdat het ons
zoveel meer geeft, en het onze aarde gezond houdt.
Wij gaan ervoor, al 24
jaar lang werken we aan een project met toekomst, zoeken we constant naar
betere methodes, naar het juiste evenwicht, naar kwaliteit en weerbaarheid. We ervaren
en proeven dagelijks dat het werkt, en laten ons niet onderuit halen. We hopen
van u hetzelfde!
An Verboven, bioboerin,
en met mij het hele Zonnekouterteam
Lees ook op Bioforum en De Standaard.